Archeologie is in veel opzichten niet anders dan recherchewerk. De onderzoeker – of die nu een opgraving of een crime scene bekijkt – treft altijd een verzameling sporen en vondsten aan. Gezamenlijk vertellen ze een gedeeltelijk verhaal, maar vaak ligt de ontknoping juist in zaken die spoorloos zijn verdwenen. In Een prachtstuk zonder hoofd is de ‘hoofdverdachte’ nog aanwezig op de plaats des onheils, maar is de ontknoping nog een hele toer. Met de komst van straatverlichting werd de kans op onheil vanaf de 16e eeuw al een stuk kleiner. Straatverlichting in Groningen bevat de inventieve geschiedenis van openbare verlichting. Aan het begin van de 18e eeuw telde de stad al zo’n 350 lantaarns. In dezelfde periode ontvouwde de vestingbouwer Menno van Coehoorn zijn plan voor nog een stuk extra veiligheid voor Groningen. Ten zuiden van de stad verrees vanaf 1695 de Helperlinie, een machtige vesting die de stad moest beter moest beschermen tegen bombardementen van het kaliber 1672. Na het opheffen van de vesting in 1874 ging de Helperlinie – net als de 17e-eeuwse vestingwerken rondom de stad – tegen de vlakte. De linie verdween uit het zicht, maar niet uit het bodemarchief. In de bouwput voor de appartementen bij de Kempkensberg werden grote gemetselde delen van de Helperlinie teruggevonden. Dat deze grote delen slechts kleine brokjes van de linie waren, ontdekt u in Linie van Helpman beter in beeld.
Archeologie, monumentenzorg en recherchewerk hebben nog een overeenkomst. Bewijsmateriaal moet niet alleen worden bestudeerd en geïnterpreteerd, maar ook worden veiliggesteld. Bij de massief gemetselde delen van de Helperlinie was het historische bewijsmateriaal bijna onverwoestbaar, maar dat geldt niet voor andere kunstwerken. In 1908 kocht een Engelse kunsthandel het schilderij ‘Chronus’ (1711) van Hermannus Collenius. Dit werk was afkomstig uit het Huis met de dertien tempels in de Oude Boteringestraat. Hetzelfde huis is ook door Collenius op het schilderij vastgelegd. In De Dertien Tempels terug naar Groningen doet oud-conservator van het Groninger Museum Egge Knol de omzwervingen van dit schilderij uit de doeken, met als bekroning de recente thuiskomst van het werk. Ook het dorp Warffum verwelkomde de komst van Gronings cultuurgoed. Vijf strekkende meter aan Jugendstiltegels werd veiliggesteld na een reis Van Delfzijl via Groningen naar Warffum. De monumentale trap van Jan van der Zee uit 1974 – bijna veertig jaar lang onderdeel van de oude Oostwand van de Grote Markt – legde een kortere reis af. In de zomer van 2022 begonnen de voorbereidingen voor herplaatsing van het fraaie betonnen beeldhouwwerk in het bouwproject Crossroads aan het Reitdiep.
Hervonden Stad en Land 2023 sluit af met Archeologisch wandelpark De Vork. Onder het geplande nieuwe opstelterrein voor treinen bij Essen bleek de grond tegen alle verwachtingen in tjokvol archeologie te zitten. Maar liefst 357 proefsleuven en ophoging van het opstelterrein zorgden ervoor dat hier de archeologie werd veiliggesteld en ontstond bovendien een uniek archeologisch wandelpark.